Overzicht baten en lasten

Sport, cultuur en onderwijs

R2021

B2022 primitief

B2022 na wijziging

R2022

Saldo

Lasten

3.399

3.541

3.763

3.454

309

Baten

950

973

1.031

807

-224

Saldo baten en lasten

-2.449

-2.568

-2.732

-2.646

86

Toevoegingen aan reserves

-

-

-

-

-

Onttrekkingen aan reserves

156

6

6

6

-

Saldo reserves

156

6

6

6

-

Saldo

-2.293

-2.561

-2.726

-2.640

86

Lasten

Lagere lasten voor Kinderopvang ( € 0,05 miljoen). Het oude beleid is ingebed. De komende nieuwe periode wordt een impuls gegeven aan de 0 – 6 jarigen door onder andere het versterken van de doorgaande lijn richting basisschool. Een deel van de kinderen die op de voorschoolse educatie (ve) zitten blijken meer uitdagingen te hebben dan op alleen lees gebied. Dit moest eerst in kaart gebracht worden om beleid op te kunnen ontwikkelen. Hier wordt in 2023 een start meegemaakt en dit wordt gefinancierd uit de gelden voor de Kinderopvang.

Lagere lasten als gevolg een lagere toerekening aan interne uren en doorbelasting vanuit de bijdrage Duo+ voor dit deelprogramma ( € 0,03 miljoen).

Daarnaast zijn er lagere uitgaven die samenhangen met inkomensoverdrachten vanuit het Rijk (Specifieke uitkeringen) van per saldo € 0,21 miljoen. De toelichting staat verder uitgewerkt bij de verschillenanalyse aan de batenzijde van dit deelprogramma.

Lagere lasten door diverse kleine verschillen ( € 0,05 miljoen) kleiner dan € 0,1 miljoen

Tot slot hogere lasten ( € 0,03 miljoen) door diverse overige kleine verschillen kleiner dan € 0,1 miljoen

Baten

De lagere baten hebben voornamelijk betrekking op een viertal inkomensoverdrachten vanuit het Rijk met betrekking tot Specifieke uitkeringen (SPUK). Deze specifieke uitkeringen hebben een bestedingsdoel, waar ook uitgaven tegenover staan. Eventueel niet bestede middelen mogen conform de regelingen een volgend jaar worden ingezet. De specifieke uitkeringen hebben dus per saldo een neutraal effect op het rekeningsresultaat.

In 2022 zijn er meer inkomsten voor Onderwijsachterstandenbeleid ( € 0,09 miljoen) en de regeling Stimulering Sport btw ( € 0,02 miljoen). Hier tegenover staat eenzelfde bedrag aan hogere uitgaven voor beide regelingen.

Daarnaast zijn er lagere inkomsten voor het Nationaal Programma Onderwijs ( € 0,29 miljoen) en het Sport- en preventieakkoord ( € 0,03 miljoen). Deze lagere inkomsten houden verband met eenzelfde bedrag aan lagere uitgaven. De niet bestede inkomsten kunnen volgend jaar worden ingezet.

Lagere baten door diverse overige kleine verschillen ( € 0,01 miljoen).

Stel uw tan:document zelf samen

SELECTIE

0 - geselecteerd

Direct downloaden


Volledige pdf